Toggle navigation
Polly Lingual
Messaggi
Impostazioni
Olandese
Lezioni
Tutors Online
Scuole
Aiuto
Nomi
Zelfstandige naamwoorden
I sostantivi indicano persone, luoghi, cose, animali o idee. Dal punto di vista grammaticale, un sostantivo può fungere da soggetto di una proposizione, oggetto di un verbo o oggetto di una proposizione.
Esempi
Voorbeelden
vliegen
mosca
grijs
grigio
oranje
arancione
arancia
honingbij
ape
zwart
nero
wit
bianco
paars
viola
koe
vacca
geel
giallo
groen
verde
kikker
rana
blauw
blu
huid
pelle
juli
luglio
vis
pesce
rood
rosso
spin
ragno
seizoen
stagione
december
dicembre
dragen
orso
slang
serpente
hagedis
lucertola
pad
rospo
voorjaar
primavera
vlinder
farfalla
kreeft
aragosta
krokodil
coccodrillo
duif
piccione
rat
ratto
violet
viola
Lezioni correlate
Gerelateerde lessen
Animali (mammiferi)
Dieren (zoogdieren)
Corpo umano II
Menselijk Lichaam II
Animali (altri)
Dieren (overige)
Mano
Hand
Mesi e Stagioni
Maanden en Seizoenen
Faccia
Gezicht
Giorni della Settimana
Dagen van de Week
Termini Grammaticali
Grammaticale begrippen
Parti del discorso
Woordsoorten
Nomi
Zelfstandige naamwoorden
Verbi
Werkwoorden
Articoli
Lidwoorden
Aggettivi
Bijvoeglijke naamwoorden
Pronomi
Voornaamwoorden
Avverbi
Bijwoorden
Congiunzioni
Voegwoorden
Preposizioni
Voorzetsels
Interiezioni
Tussenwerpsels
Forme contratte
Samentrekkingen
Numerali
Telwoorden
Nomi propri
Eigennamen
Cambiare lingua
Francese
Spagnolo
Inglese
Italiano
Tedesco
Portoghese