Ejemplos
Voorbeelden
Hoe heet u?
¿Quién es usted?
Als het U belieft
Gracias
arcaico
Waar komt u vandaan?
¿De dónde es usted?
Dank u
Gracias
formal
Kunt u wat langzamer praten, alstublieft?
¿Puede hablar más lentamente, por favor?
Hoe maakt U het?
¿Cómo está usted?
Spreekt u Nederlands?
¿Usted habla holandés?
Kunt u dat herhalen alstublieft?
¿Podría repetir eso, por favor?
En met u?
¿Y usted?
Spreekt u Engels?
¿Usted habla inglés?
formal
Videos relacionados
Gerelateerde videos
Lecciones relacionadas
Gerelateerde lessen
Pronombres Personales Subjetivos
Voornaamwoorden als onderwerp
Pronombres del sujeto (atónico)
Persoonlijke voornaamwoorden (onderwerpsvorm, onbenadrukt)
Pronombres de objeto (atónicos)
Persoonlijke voornaamwoorden (niet-onderwerpsvorm, onbenadrukt)
Los Pronombres de Objeto
Persoonlijke voornaamwoorden (niet-onderwerpsvorm)