Beispiele
Voorbeelden
een vrouw
eine Frau
een man
ein Mann
Ik spreek een beetje Nederlands.
Ich spreche ein wenig Niederländisch.
een huis
ein Haus
Ik ben een student.
Ich bin Student.
een boek
ein Buch
Ik ben een grafisch ontwerper.
Ich bin Grafikdesigner.
Mag ik een ... alstublieft?
Kann ich bitte ein ... haben?